1. Voor de beslechting van geschillen tussen PEPP-cliënten en PEPP-aanbieders of PEPP-distributeurs met betrekking tot de uit deze verordening voortvloeiende rechten en plichten worden adequate, onafhankelijke, onpartijdige, transparante en effectieve ADR-procedures ingesteld in overeenstemming met Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad (21), in voorkomend geval door gebruik te maken van bestaande bevoegde organen. Dergelijke ADR-procedures zijn van toepassing op, en de bevoegdheid van het betrokken ADR-orgaan reikt daadwerkelijk tot, PEPP-aanbieders of PEPP-distributeurs waartegen de procedures worden ingesteld.
2. De in lid 1 bedoelde organen werken doeltreffend samen bij de afhandeling van grensoverschrijdende geschillen met betrekking tot uit deze verordening voortvloeiende rechten en plichten.